Ga verder naar de inhoud

Medewerkers

Administratie: Cindy Bellemans en Geert Vandenhouwe

Techniek: Jaro Vandesande 

Logistiek: Gerte Kazangu en Riad El Jilali

Beheer

In functie van het beheer van het gemeenschapscentrum Het Koetshuis in Roosdaal richtte het gemeentebestuur van Roosdaal in 2007 een autonoom gemeentebedrijf op. Een autonoom gemeentebedrijf, of afgekort 'een AGB', is een extern verzelfstandigd agentschap en heeft de volgende kenmerken:

  • met eigen rechtspersoonlijkheid,
  • is belast met een welbepaalde taak van gemeentelijk belang;
  • beschikt over een grote onafhankelijkheid;
  • heeft eigen bestuursorganen;
  • heeft een eigen vermogen;
  • kan zelfstandig overeenkomsten sluiten.

Het beheer van het AGB, voluit Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal is in handen van de volgende bestuursorganen: de raad van bestuur, het directiecomité en de vaste commissie van advies. Tussen het lokaal bestuur en de raad van bestuur van AGB Roosdaal werd een beheersovereenkomst afgesloten. Deze overeenkomst werd in vergadering van 24 oktober 2019 door de gemeenteraad aangepast om de uitbating van het kunstgrassportveld door het AGB mogelijk te maken.

De raad van bestuur

De raad van bestuur telt 10 leden die door de gemeenteraad zijn aangeduid. Deze is als volgt samengesteld: 

Voor CD&V-Roosdaal: Johan Van Lierde (voorzitter), Vanessa Vekens (secretaris), Vicky Vanhuylebroeck, Anja Raeymaekers, Anita De Strycker en Leon Brion

Voor NV-A Roosdaal: Jan Daem en Kim De Coen

Voor Groen Roosdaal: Frans Vanderschueren

Voor Roosdaal Anders: Jo Segers

Het directiecomité

Uit de raad van bestuur werden de volgende leden aangeduid tot leden van het directiecomité. Dit orgaan is belast met het dagelijks beheer van het AGB. Het is als volgt samengesteld: Johan Van Lierde (voorzitter), Vanessa Vekens (secretaris), Vicky Vanhuylebroeck, Anja Raeymaekers en Anita De Strycker.

De vaste commissie van advies

Aangezien aan Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal de taak van beheer van cultuurinfrastructuur, treedt het decreet betreffende het cultuurpact in werking. Om te voldoen aan deze regelgeving werd eind 2007 door de Roosdaalse gemeenteraad een ‘vaste commissie van advies’ opgericht. Deze vaste commissie heeft als taak het autonoom gemeentebedrijf (AGB) Roosdaal, belast met de uitbating van het gemeenschapscentrum Het Koetshuis in Strijtem, te adviseren over o.a. het budget en de jaarrekening, de programmering, de dagelijkse werking, de gebruiks- en retributiereglementen, … .

De erkenning van de commissie van advies als adviesorgaan werd hernieuwd op 20 maart 2019 door de raad van bestuur van Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal. In de commissie zetelen 2 afgevaardigden van de cultuurraad, 2 afgevaardigden van de jeugdraad, 1 vertegenwoordiger voor de sportraad, 1 vertegenwoordiger van de seniorenraad en 1 vertegenwoordiger voor de Academie voor muziek, woord en dans August De Boeck. Daarnaast is er plaats voor maximaal 2 gecoöpteerde leden die omwille van hun deskundigheid of ervaring een constructieve inbreng kunnen hebben in de vaste commissie. De schepenen voor cultuur-, jeugd- en seniorenbeleid en de cultuurbeleidscoördinator van de gemeente Roosdaal worden op iedere vergadering uitgenodigd.

Van Karolingisch neerhof tot Roosdaals cultuurhuis

Archeologische vondsten en betrouwbare bronnen leren ons dat rond de 8ste eeuw in Strijtem een militaire site bestond die de eerste grondvesten zou leveren voor het later kasteel.

In de 17e eeuw duikt de eerste tekening van een kasteel op (Huis van Lathem), in 1682 wordt het opgekocht door ridder Jaques Fariaux, die later ook heer werd van O.L.V.- Lombeek en Strijtem. Erg productief was onze ridder niet want het kasteel gaat via ingewikkelde erfenissen steeds over op andere familienamen. In 1815 is het zelfs enkele maanden de verblijfplaats van generaal Mercer die zich in Strijtem mentaal voorbereidt om Napoleon een pandoering te gaan geven.

Begin 1800 is het goed alweer in adellijke handen terechtgekomen: de familie de Failly uit Lotharingen zit er nu rond de haard. Amedéé de Failly die het kasteel aankocht in 1837 is op dat ogenblik zelfs minister van oorlog in de jonge Belgische staat. Zijn oudste zoon, Victor Marie, neemt het vervallen kasteel over in 1863. Op dat ogenblik is hij burgemeester van Strijtem. Hij zal dat overigens blijven tot na de Eerste Wereldoorlog. De jonge burgervader wil een woonst die past bij zijn stand en met de centen van zijn echtgenote, de barones van Golstein, laat hij kasteel en domein grondig restaureren en herinrichten. Belangrijk onderdeel van de werken is de bouw in 1869 van een monumentaal koetshuis. Erfgenaam Arthur de Failly kon de grandeur van papa niet hooghouden en verkocht het ganse complex aan Maurice Vanderkelen. Die verdeelde de grote doening in twee percelen, een met het koetshuis, een ander met het kasteel. Al snel werd het kasteel verkocht aan de familie De Bruyn. Vandaag hangt hun naamplaatje nog altijd naast de deur.
 

Het koetshuis bleef eigendom van de Strijtemse nijveraar Vanderkelen. Hij gebruikte het gebouw om versleten machines uit zijn kantfabriek in onder te brengen. Nog later stond het vervallende gebouw zelfs ten dienste van de Strijtemse jeugd. De vijftig -plussers onder ons hebben er zeker nog vergaderd, gepintelierd en de wereld verbeterd. Met de aankoop door het gemeentebestuur van Roosdaal is de vrees dat een langzame aftakeling de definitieve ondergang van het koetshuis zou betekenen, meteen van de baan. De unieke combinatie van conservering van waardevol patrimonium en  eerbied voor waardevol landschap enerzijds en de realisatie van de noodzakelijke hedendaagse culturele infrastructuur anderzijds, opent plots onvermoede mogelijkheden. 

Voor het Koetshuis kondigde zich een nieuwe periode aan als cultureel trefpunt ten dienste van al wie in Roosdaal én het Pajottenland met cultuur begaan is.

(met dank aan Walter Evenepoel)

Op weg naar Waterloo

Alexander Cavalie Mercer (28 maart 1783 - 9 november 1868) was een Britse artillerie officier die van 1 mei 1815 tot aan de Franse inval op 15 mei 1815, een rustig leven leidde in het kasteel en het aanpalende Koetshuis van Strijtem.  Hoewel hij tot de rang van generaal behoorde, dankt hij zijn roem als commandant van de G Troop Royal Horse Artillery welke hij leidde in de Slag van Waterloo. Hij is tevens de auteur van ‘Het Dagboek van de Waterloo Campagne’.

Na de veldslag noteerde Mercer in zijn dagboek:

“Lang bleef ik staren op dit treurig en plechtig schouwspel. Al deze ellende om de eerzucht van één enkel man te bevredigen.”

Blijf op de hoogte

Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang maandelijks een update van onze activiteiten.

Nu inschrijven